Genetische kennis nodig of niet? (deel 2)
Chocolate, cinnamon, lilac en fawn.
De cinnamon en de fawn zijn op dit moment nog niet erkend bij maar daar trekt de genetica zich helemaal niets van aan. We behandelen vanzelfsprekend dus ook deze kleuren.
We beginnen met chocolate. Deze heeft de genetische code van bb DD als homozygoot. Zwart is dominant ten opzichte van chocolate. De kruising van de twee homozygote dieren zwart BB DD x chocolade bb DD geeft de volgende kittens:
Eerst gaan we splitsen:
Alle kittens uit deze combinatie worden dus zwart met een chocolate factor. Gaan we de kittens
uit bovenstaande combinatie (BbDD) kruisen dan krijgen we het volgende: Er zijn vier combinaties mogelijk. Eerst gaan we weer splitsen:
Dus in dit nest is de kans op chocolate 25%
Dan krijgen we lilac, de verdunning van chocolate. Deze heeft de code: bbdd. We gaan nu een lilac kruisen met een chocolate kat met een verdunningsfactor. Eerst gaan we splitsen:
Er komen dus twee soorten kittens uit deze combinatie: de helft chocolate en de andere helft lilac.
De volgende kleur is cinnamon. Deze heeft de code bl bl DD homozygoot. Gaan we deze kruisen met een chocolate dan krijgen we de volgende uitkomst:
Alle kittens worden in dit nest chocolate met een cinnamon factor.
Fawn is weer de verdunning van cinnamon en heeft de code blbl dd. We maken nu de combinatie met een blauwe kat met een chocolate factor (Bb dd).
Dit betekent dat we om fawn te krijgen twee keer het gen bl bl moeten hebben. Had de blauwe kat uit het vorige schema in plaats van het b-gen een bl-gen gehad, dan was de uitkomst 50% blauw en 50% fawn geweest.
Ook voor Cinnamon is dus beslist twee keer het bl bl gen nodig.
We gaan nu de kruising maken van een heterozygote zwarte kat. Deze heeft de code: Bbl Dd (kat 1) Deze gaan we kruisen met een chocolate met de code: bbl Dd (kat 2). Kat 1
De kittens hebben dan het volgende fenotype:
Dan chocolate, lilac, cinnamon, fawn en ROOD!
We weten dat een poes twee X X chromosomen heeft en dus ook twee kleuren kan dragen. De kater heeft maar één X chromosoom (en een y chromosoom) en hij kan dus maar een kleur dragen. De factor die de bovenstaande vier kleuren vererft, kan wel schuil gaan onder rood en deze aanleg wordt ook doorgegeven op het y-gen van de kater. Dat betekent in de praktijk dat een rode kat ongeacht of dit een poes of kater is, in principe een of twee factoren kan hebben voor bijvoorbeeld chocolate die schuil gaan onder het rood. Ook heeft een chocolate tortie of cinnamon tortie, lilac tortie of fawn tortie altijd twee genen voor de aanleg van deze kleuren.
Om het verhaal even wat uit te leggen maken we de volgende kruising: Een rode poes (zonder enige chocolate of cinnamon factor) met een chocolate kater.
De kruising van de beide kittens zorgt voor de volgende uitkomst (16 mogelijkheden):
Er zijn dus rode katten mogelijk met een of twee keer het verborgen gen voor chocolate of cinnamon of de combinatie hiervan. Zo weten we bijvoorbeeld dat een rode kater uit de combinatie van een chocolate tortie en een chocolate vader altijd een dubbel gen voor deze aanleg heeft (bb of bbl). Soms is er geen andere mogelijkheid dan een testkruising om te zien hoe de kat genetisch in elkaar zit.
Ik hoop dat iedereen dit verhaal over de basiskleuren nog een beetje heeft kunnen volgen. Tot een volgende keer!
|